De AI-landrush: De technologie die alle regels aan diggelen sloeg en prijzen verpletterde
Als er ooit een technologie is geweest die niet alleen de regels boog, maar ze volledig uit de grond trok, dan is het wel kunstmatige intelligentie. Vergeet het internet, de stoommachine of zelfs de gloeilamp. AI is als een storm binnengevallen, heeft oude businessmodellen weggevaagd en prijzen van ongekende hoogten naar kelderniveaus geduwd.
Neem ChatGPT — de digitale kletskous die met je praat alsof het een oude vriend is aan de bar. Binnen slechts 17 maanden haalde het 800 miljoen gebruikers. Geen enkele technologie in de geschiedenis ging zo razendsnel.
Het nieuwste rapport zet alles op scherp met verbluffende cijfers. De kosten voor het gebruik van AI zijn in twee jaar tijd met 99 procent gedaald. Dat is geen tikfout. Negentig procent goedkoper. Het trainen van een nieuw model kost nog steeds bijna een miljard dollar, maar het gebruik ervan? Kost haast niks meer. En het is niet alleen OpenAI — uit grafieken van Stanford blijkt dat concurrenten de markt overspoelen met open-source alternatieven, waarbij vooral Chinese ontwikkelaars opvallend actief zijn.
Nvidia’s nieuwste Blackwell-GPU gebruikt nu 105.000 keer minder energie per token dan de oude Kepler-chip uit 2014. Google, Amazon en de andere techreuzen zijn niet langer alleen passagiers op deze golf — ze bouwen hun eigen chips, met namen als TPU en Trainium die klinken als sciencefictionwapens, en misschien werken ze ook wel zo.
Maar er is altijd een keerzijde. Het geld dat in AI wordt gepompt, stroomt er net zo hard weer uit. Infrastructuur, datacenters, chips, koeling — het kost allemaal bakken met geld. Het rapport is helder: dit zijn geen zijprojecten, maar investeringen van levensbelang.
Toch staat één ding vast. Wij, de gewone gebruikers, zijn de grote winnaars. Hulpmiddelen die ooit een fortuin kostten, zijn nu slechts een paar klikken verwijderd. De concurrentie is moordend, prijzen blijven dalen en de innovaties volgen elkaar razendsnel op. De enige vraag die overblijft: wie staat er straks nog overeind als het stof is neergedaald?
