Lotus Esprit herrijst: koolstofvezel en 400 pk
De Britse nichebouwer Encor heeft het doek getrokken van zijn nieuwe Series 1-coupé. Deze auto herinterpreteert de eerste generatie Lotus Esprit, maar pakt het icoon met een scherpere blik aan. Het historische silhouet blijft behouden, terwijl de techniek resoluut de toekomst in stapt. Prijzen beginnen bij 430 duizend pond (ongeveer 500 duizend euro), en kopers moeten zelf een donorauto aanleveren.
De Series 1 gebruikt de Lotus Esprit V8 uit 1996 als basis, de versie die uiteindelijk het meest werd gebouwd. Voor extra stijfheid keek Encor naar de Sport 350, destijds de meest sportieve fabrieksvariant. AP Racing-remmen, aangepaste ophanging en een lichtgewicht carrosserie maken duidelijk dat sportiviteit hier voorop staat.
Centraal ligt Lotus’ eigen 3,5-liter V8, die door Encor grondig is aangepakt met een nieuw inlaatsysteem, verbeterde koeling, gesmede zuigers, aangepaste turbo’s en een op maat gemaakt uitlaatsysteem. Het resultaat: 400 pk en 478 newtonmeter koppel. De motor is gekoppeld aan een Quaife vijfbak, een dubbele koppeling en een sperdifferentieel.
De vloeiende lijnen van de originele Esprit V8 maken plaats voor scherpere, wigvormige vormen die doen denken aan het model uit 1975. Elke carrosseriedeel is van koolstofvezel, waardoor het gewicht rond de 1.200 kilo blijft. Op papier sprint de auto in vier seconden naar 100 km/u en haalt hij een topsnelheid van circa 280 km/u, net iets sneller dan de V8 van toen.
De kenmerkende koplampen zijn gebleven en verwijzen naar een tijd waarin sportwagens nog futuristische potloodschetsen leken. Moderne LED-units zorgen nu voor het licht, met behoud van de klassieke uitstraling maar met hedendaagse helderheid.
Binnenin blijft de vertrouwde Esprit-architectuur herkenbaar. Koolstofvezel is royaal aanwezig, gecombineerd met nieuwe bekledingen die eerder fluisteren naar het verleden dan het klakkeloos kopiëren. Voor de bestuurder prijkt een digitaal instrumentarium in een aluminium omlijsting, centraal een groot infotainmentscherm. Zo ontstaat een interieur dat het verleden eert en tegelijk tijdloos aanvoelt.
Encor bouwt slechts 50 exemplaren, met de eerste leveringen gepland voor 2026. Projecten als deze bewijzen dat klassieke sportwagens steeds opnieuw tot leven komen. Concurrenten zoeken ook naar manieren om traditie en moderne techniek te verenigen, maar Encor kiest voor een radicalere aanpak. De restomod-markt groeit, en elke nieuwe interpretatie strijdt om zijn plek tussen nostalgie en prestaties.
De Series 1 laat zien dat een legende opnieuw geboren kan worden, op een manier die zelfs de geest van vervlogen decennia zou doen glimlachen.