China zet rem op EV-sector in nieuwe vijfjarenplan
De Chinese overheid herziet haar economische koers nu de ooit zo succesvolle elektrische-autobranche is veranderd in een overvolle arena. In het nieuwe vijfjarenplan voor 2026 tot 2030 ontbreken elektrische auto’s voor het eerst in meer dan tien jaar op de lijst van strategische sectoren. De industrie die jarenlang topprioriteit was, is niet langer een speerpunt van het nationale beleid.
Nog maar een paar jaar geleden stroomden er miljarden aan subsidies en prikkels naar de productie van elektrische auto’s. Dat leidde tot een explosieve groei en een dominante positie op de wereldmarkt. China werd de grootste markt voor elektrische voertuigen, maar ook de meest meedogenloze. Honderden fabrikanten beconcurreren elkaar nu in felle prijsoorlogen. De winstmarges zijn verdampt en veel kleinere spelers vallen af.
Inmiddels ziet Beijing de situatie niet langer als een strategisch voordeel, maar als een systeemrisico. Als nieuwe modellen sneller van de band rollen dan klanten ze kunnen kopen, dreigt de sector onder zijn eigen gewicht te bezwijken. Daarom verschuift de overheid haar aandacht naar sectoren met meer groeipotentieel: hightechproductie, kunstmatige intelligentie en geavanceerde materialen.
EV’s blijven, maar vangnet verdwijnt
Dat betekent niet dat elektrische auto’s uit het straatbeeld verdwijnen. Maar autofabrikanten moeten het voortaan zonder staatssteun stellen. Grote namen als BYD en Nio zullen moeten bewijzen dat ze winstgevend kunnen groeien zonder subsidies, en hun voorsprong op de wereldmarkt moeten behouden.
Ook buitenlandse merken als Tesla krijgen met deze realiteit te maken. Met minder prikkels en hevigere lokale concurrentie verliest China mogelijk wat aantrekkingskracht als groeimarkt, al blijft het wereldwijd het centrum van de elektrische-autoproductie.
Van snelheid naar inhoud
China’s besluit weerspiegelt een markt die sneller volwassen is geworden dan verwacht. Elektrische auto’s hebben geen oppas meer nodig, maar de harde realiteit van open concurrentie. Beijing richt zich nu op sectoren waar vooruitgang niet wordt gemeten in verkochte accupakketten, maar in technologische doorbraken.
Eigenlijk trapt het land juist op de rem vanwege het eigen succes, om de volgende sprong doordachter te maken – niet alleen sneller.
