
Detroit Huilt, Land Rover Lacht
Wanneer de president van de Verenigde Staten een man is wiens favoriete maaltijd een doorbakken biefstuk is en wiens grootste hobby het opleggen van importheffingen lijkt te zijn, was het slechts een kwestie van tijd voordat zijn aandacht weer op de auto-industrie zou vallen. En zo geschiedde. Vorige week sloten Donald Trump en de Britse premier Keir Starmer een akkoord om de invoerheffing op Britse auto's naar de VS te verlagen van 27,5% naar slechts 10%.
Dit betekent dat Land Rovers voortaan nog zelfverzekerder de opritten van klinieken in Beverly Hills kunnen oprijden, dat MINI's opnieuw kunnen schitteren in de buitenwijken van New York, en zelfs McLaren-eigenaren mogen hopen dat hun nu iets betaalbaardere supersportwagens mogelijk onderhouden kunnen worden door iemand anders dan een tot ridder geslagen ingenieur in witte handschoenen. Ondertussen zijn Ford, General Motors en Stellantis – op zijn zachtst gezegd – niet blij.
De ‘Grote Drie’ van Amerika zijn in werkelijkheid woedend. Voor hen voelt deze deal minder als handelsbeleid en meer als een roeiwedstrijd waarbij de Brit een peddel krijgt en de Amerikaan een theekopje.
Natuurlijk zit er een addertje onder het gras: het verlaagde tarief van 10% geldt enkel voor de eerste 100.000 auto's per jaar. Mocht iemand besluiten Amerika te overspoelen met een vloedgolf aan Bentleys, dan schiet het tarief weer omhoog naar 25%. Vorig jaar verkochten Britse autofabrikanten ongeveer 133.000 auto's in de VS – maar volgens de BBC werden er daarvan slechts circa 100.000 daadwerkelijk in het VK gebouwd.
Toch noemt men het in Groot-Brittannië een ‘historische deal’. En eerlijk is eerlijk, dat is het waarschijnlijk ook – het is immers de eerste keer dat een Rolls-Royce in de VS goedkoper kan zijn dan een volledig aangeklede Chevrolet Suburban.
Ford, GM en Stellantis zien dit alles als een onheilspellend teken. Ze vrezen dat als dit met Groot-Brittannië lukt, de volgende halte van de ‘luxe kortingsexpres’ wel eens Japan, Korea of Duitsland kan zijn.
Dus ja, voor de Britten is het een overwinning die het openen van champagneflessen waard is. Voor de Amerikanen? Het is zo’n deal waarvan zelfs een Mustang een traan zou kunnen laten.