







































































































































































Renault 5: Meer dan een EV, een meesterwerk vol nostalgie
Zoals veel mooie verhalen begon de wedergeboorte van de Renault 5 met een toeval. Renault-CEO Luca de Meo liep op een dag door het kantoor en ontdekte op een vergeten plank een stoffig, klein model in de designafdeling. Waar de meeste bazen het hadden laten staan, zag De Meo er de toekomst van Renault in. Het idee om de Renault 5 terug te brengen was geboren, ditmaal als elektrische auto.
Zo startte een gedurfd nieuw project. Ingenieurs die eerder de Zoe minder op een broodrooster probeerden te laten lijken, kregen nu de opdracht een splinternieuw EV-platform te combineren met bestaande Renault- en Dacia-onderdelen. Denk aan Gordon Ramsay die een sterrenmaaltijd maakt van restjes uit je koelkast. Het resultaat: de Renault 5 E-Tech Electric.
Renault is trots op de vloeistofgekoelde batterij, sneller laden en een achteras die afkomstig is van de Dacia Duster. Het merk wil zowel nostalgische hipsters aanspreken die hun jeugd herbeleven als de TikTok-generatie verleiden met een retro-geïnspireerde stadsauto.
Volgens Renault is de nieuwe 5 meer dan zomaar een elektrische stadsauto. Het is een stijlvolle, eigenzinnige Franse poging om te bewijzen dat autorijden ook zonder benzinemotor leuk kan zijn.
Het origineel was een revolutie: klein, praktisch en onweerstaanbaar, perfect getimed voor zijn tijd. De elektrische reboot heeft dus grote schoenen te vullen. Renault gelooft dat de R5 E-Tech Electric de uitdaging aankan en voorziet hem van moderne technologie zodat mensen in 2025 deze nog liever willen dan een goedkope Chinese EV.
Gaat de Renault 5 E-Tech Electric vintage-gevoelens verenigen met de eco-dromen van jonge stedelingen, of is het slechts een poging om te cashen op nostalgie? Tijd om het uit te zoeken.
De Renault 5 E-Tech Electric lijkt zo uit een tijdmachine gestapt. De vorm is direct herkenbaar, zelfs in dichte mist of vanachter een alpaca. Het is onmiskenbaar een Renault 5, maar geen uitgekauwde replica—eerder een moderne versie op steroïden. De auto staat laag, is compact en opvallend breed.
De verbrede wielkasten knipogen naar de gespierde R5 Turbo en hintten naar rallykwaliteiten, ook al gaat deze niet de rally in. De koplampen zijn vierkant en retro, waardoor je je meteen in het VHS-tijdperk waant waarin elke auto karakter had. De staande, rode achterlichten zijn afgewerkt met een oog voor detail waar Michelangelo jaloers op zou zijn.
Op de motorkap prijkt een verlicht LED-cijfer “5”—meer dan alleen een nummer. Het is een indicator voor het batterijniveau. Waar het origineel een luchtinlaat had, zie je nu vijf digitale streepjes die elk 20 procent batterij aangeven.
Het interieur is futuristisch, met stoffen die zo uit een Parijse designstudio lijken te komen—of uit het keukengordijn van je oma. Gek genoeg werkt het.
Het dashboard heeft een breed scherm en een horizontaal plankje dat doet denken aan de klassieke R5, ideaal voor mentholsigaretten of een mini-cassettespeler als je die nog hebt. De stoelen zijn geïnspireerd op het Turbo-model, compleet met opvallende vleugels, en brengen een vleugje rallysfeer naar je supermarktbezoek. De zachte bekleding is gemaakt van gerecyclede plastic flessen—je zit dus letterlijk op Sprite, geen grap.
De Iconic Cinq uitvoering spat van het geel, vrolijk en uitgesproken. Het is een welkome afwisseling met de grijze interieurs waar veel merken van houden. De lagere uitvoeringen zijn wat functioneler, maar de topversie is net zo uitnodigend als een hippe Berlijnse koffiebar.
Sommige designkeuzes zijn wat overdreven. Het nepleer op het dashboard glimt als een kerstham en lijkt bijna om een folie te vragen. Maar stoelen, stuur en knoppen voelen degelijk aan—misschien geen Bentley-niveau, maar zeker beter dan je van een kleine stadsauto verwacht.
Er zijn twee heldere schermen: een voor de instrumenten, een voor multimedia, allebei groot en scherp. Het ontwerp is minimalistisch en toont alleen het nodige: snelheid, navigatie (via Google Maps) en een overzichtelijke indeling. Belangrijk: er zijn gewoon fysieke knoppen voor de hoofdinstellingen.
De versnellingskeuze zit aan de stuurkolom en heeft geen aparte parkeerstand. Je vindt hem op de plek waar je de ruitenwissers verwacht—een eigenaardigheid waar je aan moet wennen.
De opbergruimte is aanwezig maar bescheiden. Voorin zit je prettig, achterin is het prima tenzij je een sumoworstelaar bent. Met vijf volwassenen lukt het alleen als er een paar onzichtbaar zijn. De kofferbak biedt 326 liter—meer dan sommige concurrenten—met een verborgen vak voor laadkabels. Verwacht daar geen rugzak kwijt te kunnen. Een frunk ontbreekt, want voorin zit de motor plus componenten.
Op de weg voelt de Renault 5 als een kleine bulldog: compact maar stevig op het asfalt. De vering is zo goed dat je bijna zou denken dat de ingenieurs F1-geheimen hebben gebruikt. Bij stevig optrekken hoor je een zachte zoem, als een hint naar meer power die de elektronica niet vrijgeeft. De R5 is geen Nürburgring-held, maar stuurt beter dan de meeste in zijn segment. Er is wat rolneiging, net genoeg om aan de natuurwetten te herinneren, maar niet zoveel dat je je zorgen maakt. Het brake-by-wire systeem overtuigt meer dan in sommige sportwagens, met een fijn stevig remgevoel.
Deze auto drukt je niet in de stoel, maar dat hoeft ook niet. De sprint naar 100 km/u duurt 7,9 seconden in de sterkste versie—meer dan snel genoeg. Trap het pedaal in en de auto versnelt zonder drama. De topsnelheid ligt op 150 km/u.
Bij hogere snelheden hoor je wat windruis bij de A-stijlen, maar het audiosysteem is krachtig genoeg om dat te maskeren.
Er zijn twee aandrijflijnen: 120 of 150 pk, beide met voorwielaandrijving. De batterij ligt onder de vloer, de motor voorin, alles netjes als in een Franse patisserie.
De R5 gebruikt een Ni-NMC batterij: nikkel, mangaan en kobalt. Het 40 kWh accupakket telt drie modules, de 52 kWh-versie vier. Minder modules betekent eenvoudiger bouwen en makkelijker onderhoud.
Met een gewicht van 1400 tot 1500 kilo is de Renault 5 relatief licht voor een elektrische auto.
De 52 kWh Comfort Range belooft tot 410 km WLTP, de 40 kWh Urban Range zo’n 300 km. Reken in de praktijk op minder, zoals altijd. Voor de stad en korte ritten meer dan voldoende. Op de snelweg bij 125 km/u zakt het bereik naar 200 km. In Eco-modus is de topsnelheid 115 km/u en win je 15 tot 20 procent bereik. De R5 is vooral een stadsauto.
Laden gaat net zo makkelijk als pizza bestellen. AC-laden: 7 tot 11 kW, afhankelijk van de uitvoering—niet spectaculair, maar genoeg om ’s nachts bij te laden. DC-laden:
- Kleine accu: tot 80 kW, 10–80 procent in 30 minuten.
- Grote accu: tot 100 kW, 15–80 procent in 30 minuten.
Extra’s:
- Met Google Maps navigatie wordt de accu onderweg voorverwarmd voor sneller laden.
- V2L-ondersteuning: sluit apparaten aan, zoals een koffiezetter of laptop in het bos.
- V2G-klaar, dus in de toekomst kun je stroom terugleveren aan het net.
Zelf de basisversie zit vol veiligheidstechniek, beter dan sommige concurrenten. Automatische noodrem voor en achter, actieve rijstrookassistent, verkeersbordherkenning en vermoeidheidsdetectie zijn standaard. De topversie heeft nog meer hulpsystemen die in de stad steeds belangrijker worden.
De Iconic-uitvoering kan zelf inparkeren. Je hoeft alleen toe te kijken terwijl de auto het werk doet waar je normaal zweet van krijgt.
Zes airbags—gordijn, zij en frontaal—zijn standaard. Alleen de centrale airbag ontbreekt, waardoor de Euro NCAP-score op vier sterren bleef steken. Het is als een heerlijke taart met een pit erin.
Er is ook de “My Sense Perso”-functie: bepaal welke verplichte EU-geluiden je niet wilt horen en zet ze met twee tikken uit. Handiger dan bij de meeste merken.
Waar de oude Renault 5 in de jaren 70 en 80 net zo gewoon was als plastic gordijnen of een pakje sigaretten in de overall van een tractorbestuurder, is de nieuwe R5 meer een nostalgische remix: deels retro, deels toekomst, zonder de ambitie om weer volkswagen te worden. De oude R5 was als het brood van de dorpsbakker—iedereen had er een nodig. De nieuwe is een delicatesse: niet voor iedereen, maar geliefd door wie hem kiest.
Toch is het geen museumstuk. De Renault 5 is een oprechte, scherpe stadsauto die helemaal van nu is, zonder zichzelf belachelijk te maken.