Bigster komt, ziet en overwint zonder excuses te maken voor zijn Dacia-DNA

Als de Dacia Duster voelt als je oude werkjas - goedkoop, wat versleten, maar verrassend comfortabel en betrouwbaar - dan is de Bigster diezelfde jas in XXL, nu met een nep-bontkraag en een gereedschapsriem. Zie de Bigster als de grotere, serieuzere en iets cynischere broer van de Duster, die precies weet dat een gemiddeld gezin geen 40.000 euro wil uitgeven aan een Tiguan als je voor 23.000 euro een auto krijgt waar oma, een kinderwagen en zes zakken aardappelen in één keer mee naar de buitenlucht kunnen.

De naam Bigster doet geen moeite om op een Italiaanse wijn of luxe golfresort te lijken. Het is simpelweg Duster + Bigger = Bigster. Heldere logica, ook te volgen voor doorgewinterde Passat-rijders die denken dat Apple CarPlay een nieuw soort appel is.

Het verhaal begon in 2021, toen Dacia het Bigster-concept toonde en uit de strategiepapers van Renault Group bleek dat ‘betaalbaar’ ook ‘groot’ kon betekenen. Gebouwd op hetzelfde CMF-B platform als de Sandero en de nieuwe Duster, hebben ingenieurs het chassis opgerekt tot het maximale - en het werkt. Neem het of laat het.

En men zal het nemen. Terwijl concurrenten schuilen achter prijsetiketten van 38.000 euro, trapt de Bigster de deur open met een vanafprijs van 23.000 euro - minder dan een gemiddelde e-step met snellader in sommige landen. Toch biedt de Bigster meer binnenruimte dan menig nieuwbouwappartement.

Leuk detail: de Bigster weegt minder dan 1.400 kilo. Minder gewicht betekent betere rijeigenschappen en een lager verbruik - of op zijn minst minder gêne bij het inhalen van vrachtwagens.

Dacia’s ontwerpers hebben de ‘less is more’-filosofie volledig omarmd, niet op Scandinavische wijze, maar gewoon door chroom weg te laten omdat het te duur is. Het resultaat is verrassend overtuigend.

Met 4,57 meter lengte en 1,81 meter hoogte oogt de Bigster als een doos, maar dan keurig met de liniaal getekend. De breedte is gelijk aan de Duster, maar met een wielbasis van 2,70 meter heeft hij een bijna sportief profiel. Bijna, want het blijft een Dacia.

Extra bodemvrijheid (22 cm) en korte overhangen verklappen dat de Bigster niet bang is voor grindwegen of kuilen. De aan- en afrijhoeken (24° en 29°) zijn cijfers waar een Defender graag mee pronkt, maar Dacia noemt ze slechts terloops.

De neus is krachtig en hoekig, alsof iemand een Xbox als motorkap heeft ontworpen. Het nieuwe Dacia-logo lijkt op twee smidshamers die botsen, en de Y-vormige lichtsignatuur valt op zonder om Instagram-aandacht te schreeuwen. Geen overbodige opsmuk, gewoon doelgericht design.

De wielkasten zijn enorm en diep uitgesneden, alsof ze uitdagen om 18-inch wielen te monteren. Je hebt keuze uit 17-inch (Expression), 18-inch (Extreme) en 19-inch (Journey) velgen - een gouden randje voor een Dacia.

Het mooiste: zelfs de instapversie Essential heeft al lichtmetalen velgen. Dat is zo onverwacht als zalmfilet in de schoolkantine. Bestel je een reservewiel, dan krijg je wel een stalen exemplaar - trouw aan Dacia’s roots.

Nog een primeur: af-fabriek tweekleurige lak, zoals Indigo Blue met een zwart dak. Trendy omdat het kan, niet omdat het moet.

Binnenin voelt alles vertrouwd, niet op een negatieve manier, maar alsof je bij een vriend op bezoek bent die eindelijk een nieuwe bank heeft gekocht. Als je ooit in een Duster zat, weet je direct waar alles zit - alles is gewoon wat ruimer, moderner en minder plastic.

Het dashboard is hoog, bijna als een katheder, en geeft de cabine een open en zelfverzekerde sfeer. Je krijgt een 7- of 10-inch digitaal instrumentenpaneel, afhankelijk van je uitrusting. Het centrale 10,1-inch touchscreen werkt logisch en relaxed - zoals oma, die nooit haast heeft maar toch alles voor elkaar krijgt. Geen Google Maps, maar Dacia verwacht dat je je telefoon gebruikt: Android Auto en Apple CarPlay zijn draadloos beschikbaar.

Qua materialen geen pluche paleis, maar stevige, eerlijke kunststoffen - meer multiplex dan marmer, maar slijtvast. Hogere uitvoeringen bieden zachtere accenten: armsteunen, stoelen en contactpunten. De MicroCloud bekleding springt eruit: wasbaar, robuust en bestand tegen knoeiende kinderen met Happy Meals.

Achterin krijg je 50 mm meer beenruimte dan in de Duster, volop hoofdruimte en deuren die wijd genoeg openen voor een complete seniorendansgroep.

De bagageruimte is waar de Bigster de concurrentie knock-out slaat. De FWD-versie biedt 614 liter, de AWD en hybride zitten daar nauwelijks onder. Uniek: er is plek voor een volwaardig reservewiel (tegen meerprijs).

Ook de details kloppen: de achterbank klapt in 40:20:40-verdeling, en met het Easy Fold-systeem laat je de rugleuningen in één trek vanuit de kofferbak vallen. Er zijn tashaakjes, een verschuifbare bagageafdekking en een 12V-aansluiting voor je grill of speelgoedstofzuiger.

Qua uitrusting speelt Dacia zijn troefkaart. De basisversie heeft al een 10-inch touchscreen, automatische noodrem en lichtmetalen velgen. De Expression voegt keyless entry en 360° camera’s toe - luxe die je tot voor kort alleen bij Lexus vond, en dan voor 15.000 euro meer. Journey brengt een elektrische achterklep, elektrisch verstelbare stoel en sjiekere materialen. Extreme is de alleskunner: een panoramadak en stoelhoezen die modderhonden en plensbuien aan kunnen.

Nieuw is het ‘YouClip’-systeem, waarmee je accessoires zoals telefoonhouders, tafeltjes of een GoPro simpel aan het dashboard klikt. Lego voor in je auto, en het geeft de Bigster een eigen gezicht.

Het onderstel is allesbehalve vaag: stevig, beheerst en gecontroleerd, als een BOB op een saunafeest. Voor het eerst heeft Dacia de balans gevonden: de auto deinen niet als een boot, maar rammelt ook niet op gravel. Weinig overhellen, directe besturing en zoveel stabiliteit dat je eindelijk een hamburger kunt eten zonder sla op je schoot.

Het stuurgevoel is aangenaam mechanisch, alsof autorijden niet op een gameconsole hoeft te lijken. Het stuur is lekker zwaar en de auto blijft strak sturen, zelfs bij snelheden die je niet van Dacia verwacht. Rond het midden is het stuur wat gevoelig, maar dat geeft karakter. Buiten het midden wordt het stuur wat lichter, als vriendelijke herinnering dat je niet in een Alpine zit.

Op snelheid is de Bigster opvallend rustig. Dikker glas en betere isolatie zorgen dat steentjes niet als drum-’n-bass klinken. Niet muisstil, maar vergeleken met oudere Dacia’s is het als overstappen van Metallica naar jazz.

Topper in het motorengamma is de Bigster Hybrid 155. Geen halfbakken zuinigheidshybride, maar een soepel samenwerkend geheel. De 1,8-liter benzinemotor en elektromotor werken samen als een oud echtpaar: alles gebeurt gedwee, behalve als je haast hebt. De Multi-Mode-versnellingsbak, zonder koppeling, combineert vier mechanische en twee elektrische verhoudingen tot maar liefst vijftien schakelmodi. Merken doe je het nauwelijks, maar het resultaat is soepele, lineaire acceleratie - niet sportief, wel prettig.

Voor de cijferaars: 0-100 in zo’n 9,7 seconden, 180 km/u top, gemiddeld 5,0 l/100 km. In de stad rijdt de Bigster tot 80 procent van de tijd elektrisch, zodat je buren zich afvragen of je rijdt of duwt.

En dan het terreinwerk. Ook al ziet 80 procent van de Bigsters nooit meer modder dan een miezerige stadsregen, Dacia moet bewijzen dat hij meer kan.

De TCe 130 4x4 is er voor buitenmensen en skiërs: mechanische vierwielaandrijving, 50:50-lock, serieuze aan- en afrijhoeken, 220 mm bodemvrijheid en multilink achterwielophanging. Geen ‘softroader’, maar echt klaar voor grind en sneeuwpaden. Hill Descent Control, voor het eerst bij Dacia, houdt je stabiel als oma’s hand op de slee.

De Extreme-uitvoering maakt de Bigster zelfs half tot expeditieauto: panoramadak, dakrails voor een skibox of de hele familie, en de Sleep Pack uit de Jogger - achterin uitrollen, kamperen of wachten tot de sneeuw smelt.

Klopt, er is geen lage gearing en de bodembescherming vraagt om voorzichtigheid. Maar voor gezinsgebruik - kuilen, nat gras, gravel, festivals of een wintersport - kan hij het allemaal met gemak en bescheiden verbruik.

Het motorengamma is als een Zweeds buffet: voor elk wat wils, allemaal een beetje geëlektrificeerd en zonder diesel.

De TCe 130 4x4 is voor AWD-fans: 1.2 driecilinder turbo, lichte 48V mild hybrid, 130 pk, 230 Nm, handgeschakeld en met eerlijke vierwielaandrijving. 0-100 in 11,2 seconden, 6 l/100 km, en klimt als een geit.

De TCe 140 is dezelfde motor, maar dan voorwielaandrijving en iets sterker: 140 pk, lichtere auto, minder aangedreven wielen - 10 seconden naar 100, 5,7 l/100 km. Voor wie gewoon betaalbaar wil rijden. Simpel, praktisch, Dacia.

De ECO-G 140, oftewel LPG-held, combineert benzine, gas en hybridetechniek. Dezelfde 1.2 motor, LPG-mogelijkheid en een tank van 99 liter: je rijdt half Europa door, eet een hamburger, rijdt terug en hebt nog gas over. 140 pk, 10,5 seconden naar 100, iets meer verbruik op LPG (7,0), maar kosten per kilometer? Belachelijk laag. LPG is het nieuwe diesel voor zuinige rijders, en Bigster is hier heer en meester.

Alle Bigsters hebben standaard uitgebreide veiligheid. Geen optiepakketten, alles zit erin. Automatische noodrem is standaard en grijpt in als een attente bijrijder. Dwaal je uit je rijbaan, dan stuurt het systeem bij of trilt het stuur als waarschuwing.

Verkeersbordherkenning toont snelheidslimieten direct in beeld. Dodehoekwaarschuwing kijkt met je mee - allemaal standaard.

Hogere uitvoeringen voegen extra tech toe: adaptieve cruise control (voor het eerst bij Dacia) maakt snelwegkilometers ontspannen. Vier camera’s rondom? Geen Bond, wel Bigster. Het 360° Multiview-systeem is vanaf Expression leverbaar, ideaal voor krappe parkeervakken of bospaadjes. Parkeersensoren voor en achter helpen je om stoeprandmomenten te voorkomen.

Passieve veiligheid is sterk: een carrosserie volgens de nieuwste crashtestnormen en minimaal zes airbags - voor, zij en gordijnairbags tot achterin.

Verder krijg je alle comforthulpen: hill start assist, hill descent control (AWD), vermoeidheidsherkenning en bandenspanningscontrole. De Bigster merkt zelfs wanneer je als slaperige egel rijdt en adviseert koffie.

Volautonoom is hij niet, maar file-assistentie is er wel: hij kan remmen, afstand houden en zelfs sturen bij lage snelheid. In deze klasse! Ongekend.

Kortom, de Bigster is groot - in formaat, inhoud en betekenis. Hij brengt C-segment-ruimte, stoer design en uitrusting die tot voor kort alleen voor de elite bereikbaar was. Maar hij blijft trouw aan Dacia’s kern: eenvoud en eerlijkheid. Een nuchtere alleskunner met meer ruimte, meer uitrusting en meer veiligheid dan de meeste concurrenten voor deze prijs.

De Bigster blinkt uit in veelzijdigheid: ideaal voor reizen, platteland en stad. Je kunt kiezen uit benzine, gas, hybride, vierwielaandrijving of bijna alles tegelijk. En je hoeft online geen excuses meer te maken dat je voor Dacia kiest.

Excuusloos dus. De Bigster is niet alleen ‘goed genoeg’, hij is gewoon goed. Betaalbaar, praktisch en eindelijk volwassen. Dacia is opgegroeid en Bigster is het bewijs.