


















































MINI Countryman: Maximaal Minimalisme in een Grootse Jas
Iedereen kent het verhaal: de Mini werd in 1959 geboren, midden in een Britse brandstofcrisis. Wat men nodig had was een kleine, zuinige, maar toch praktische auto. De Britse ingenieur Sir Alec Issigonis kreeg de opdracht iets te maken dat kleiner was dan een doorsnee gezinsauto, maar toch ruim genoeg voor vier personen en hun bagage. Het resultaat was een revolutionair ontwerp: voorwielaandrijving, een dwars geplaatste motor en de wielen op de uiterste hoeken voor maximale binnenruimte. Zo werd de originele Mini geboren, uniek in vorm én functie.
Maar de Mini was meer dan techniek alleen: het werd in de jaren 60 een cultureel icoon, symbool van Britse popcultuur, geliefd bij beroemdheden als The Beatles en Londense stijliconen. Op het circuit verbaasde de Mini vriend en vijand, vooral tijdens de Rally van Monte Carlo, waar het de reuzen onder de auto's versloeg.
De merknaam wisselde meerdere keren van eigenaar: British Leyland, Rover Group en uiteindelijk BMW, dat Rover in 1994 overnam. BMW maakte van Mini een zelfstandige merknaam en lanceerde in 2001 een nieuwe generatie. Deze Mini was groter, veiliger en moderner, maar bleef trouw aan het herkenbare uiterlijk en karakter van het origineel.
Sindsdien is Mini uitgegroeid van nichemodel tot complete productfamilie: hatchbacks, cabrio’s, coupés, roadsters, de Clubman en natuurlijk de Countryman. Elk nieuw model rekte de grenzen van wat een Mini kan zijn, maar bleef vasthouden aan het idee van rijplezier in een compact jasje.
Vandaag de dag is Mini een wereldwijd merk dat retro-charme combineert met moderne technologie en Britse flair met Duitse degelijkheid. De naam doet misschien klein vermoeden, maar Mini’s invloed op de auto-industrie is allesbehalve minimaal.
Waar Mini ooit meer statement was dan auto, is de Countryman nu de grootste en misschien wel meest controversiële Mini ooit. Het is nog steeds een Mini—maar zoals bronwater in een champagnefles ook water blijft, voelt deze Mini allesbehalve bescheiden.
De Countryman speelt een hoofdrol in het Mini-gamma. De derde generatie groeit met 13 centimeter ten opzichte van zijn voorganger en meet nu 4,44 meter—langer dan de eerste Range Rover. Sir Alec Issigonis zou misschien hoofdschuddend een borrel inschenken.
Heeft de Countryman hiermee zijn roots verraden? Niet per se.
Het Countryman-verhaal begon in 2010, toen BMW Mini oprekende tot gezinswagen. Destijds een gewaagde stap—niemand wist zeker of klanten een grote Mini wilden. Toch bleek het een succes, zeker in Europa: de tweede generatie Countryman was in Frankrijk goed voor een derde van alle Mini-verkopen. De nieuwste Countryman is nu niet alleen familieauto, maar ook het vlaggenschip van het merk.
De huidige Countryman staat met twee voeten in de Mini-traditie, maar is gehuld in een BMW-jasje. De bouw vindt plaats in Leipzig in plaats van Oxford. Er is keuze uit benzine- en volledig elektrische aandrijflijnen—voor het eerst biedt Mini een echte elektrische gezins-crossover aan. Dat is een grote stap: de Countryman is niet langer enkel een grote Mini, maar een Mini die iedereen wil aanspreken.
Wie vijftien jaar geen autonieuws heeft gevolgd en 'Mini' hoort, verwacht geen auto van 4,5 meter lang, twee meter breed en met een hoge neus. Toch is dat precies wat de derde generatie Countryman is: een Mini met présence, die zich zonder excuses tussen de grote jongens nestelt.
Waar de vorige Countryman nog balanceerde tussen compacte en kleine SUV, stapt het nieuwe model vol in het C-segment. Ja, dit is de grootste Mini ooit. Met 4444 mm lengte, 1660 mm hoogte en een breedte (inclusief spiegels) van 2070 mm, is de Countryman groter dan een Nissan Qashqai, Volkswagen T-Roc en sommige oudere Honda CR-V’s. Vergelijk hem met de originele Mini en het is alsof je een espresso naast een emmer latte zet.
Toch blijft het ontwerp trouw aan zijn herkomst. De forse, hoekige grille vooraan is geometrischer dan ooit, maar onmiskenbaar Mini. De koplampen zijn vierkanter, met een vriendelijke blik.
Van opzij vallen de bijna verticale wielkasten en hoge gordellijn op, wat het robuuste karakter onderstreept. De carrosserie is strak vormgegeven: modernistisch, maar niet klinisch. Het dak is uiteraard contrasterend gekleurd—want een Mini zonder gekleurd dak is als een hamburger zonder kaas: het kan, maar niemand wil het echt.
De C-stijl, die het dak visueel doorsnijdt aan de achterkant, is een knipoog naar de Range Rover Evoque en zorgt dat het ontwerp niet te langgerekt oogt.
Achteraan zijn de kenmerkende verticale achterlichten nu nog uitgesprokener, met de Union Jack als lichtsignatuur. De naam 'Countryman' prijkt breed op de achterklep, de kentekenplaat zit laag voor een meer Duitse uitstraling. Het geheel oogt stijlvol, met gedurfde kleurstellingen.
Mini heeft een kunststukje afgeleverd: het speelsste model opblazen tot SUV-formaat zonder zijn identiteit te verliezen. Dit is geen BMW met wat plastic, maar ook geen oude Mini. Het is iets daartussen—een clown in maatpak, met grappen voor een select publiek.
Mini gooide het interieur overboord en begon opnieuw. Het resultaat lijkt op een pop-up van London Design Week, met stoelen en dashboard. Maar het werkt.
Het absolute blikvanger: ’s werelds eerste volledig ronde OLED-display van ongeveer 24 cm doorsnee, in het midden van het dashboard. Zie het als een haarscherp dinerbord voor je autobediening. Gemaakt door Samsung, zit het boordevol functies: snelheid, navigatie, instellingen, animaties, sfeerverlichting en zelfs een digitale bulldog genaamd Spike.
Dit scherm is het brein van de auto. Bijna alle fysieke knoppen zijn verdwenen; alleen een smalle rij schakelaars onder het scherm bedient essentiële functies. De rest bedien je met aanraking, stem of gebaren. Handig? Dat hangt af van je liefde voor iPhone-menu’s, want aanvankelijk voelt het systeem als een doolhof. Maar eenmaal gewend, werkt het met humor: bij gas geven verschijnt een raket, in go-kart modus veranderen animaties en kleuren, compleet met PlayStation-achtige effecten.
Deze digitalisering zou kil kunnen aanvoelen, ware het niet voor de contrasterende materialen en verlichting. Mini bekleedt dashboard en deuren met gebreid textiel van gerecyclede flessen, verlicht in kleuren die wisselen per rijmodus: groen voor Sport, paars voor Zen, rood voor extra pit. Het interieur leeft mee, vooral ’s avonds.
De stoelen zijn comfortabel maar niet te zacht, met een sportieve Mini-touch. De typische go-kart-zitpositie is verdwenen: je zit hoger, bijna op een troon, met uitstekend zicht rondom. De tweede zitrij profiteert van de langere wielbasis: genoeg been- en hoofdruimte, alleen de middelste plek is krap en de middentunnel maakt drie-op-een-rij vooral iets voor kinderen.
De kofferbak biedt ongeveer 450 liter inhoud—niet revolutionair, maar ruim genoeg voor boodschappen. De achterbank deelt 40:20:40, kan kantelen en verschuiven, en heeft een 'Cargo'-stand om grote spullen te vervoeren. Overal zijn opbergvakken: draadloos opladen, geheime compartimenten, design-prullenbakjes en USB-C poorten voor iedereen.
Perfect is het niet. Android Auto en Apple CarPlay ogen wat geforceerd in het ronde scherm, sommige lagere plastics voelen goedkoop aan en het scherm kan 's nachts fel oplichten. Maar dat is Mini—het hoort zo.
Onder de motorkap is er veel veranderd. Handgeschakelde bak is verdwenen, diesel is verleden tijd en elke motor is minimaal mild-hybride. Sommige varianten zijn volledig elektrisch. Een overzicht:
Countryman C: De vertrouwde driecilinder voor dagelijks gebruik. Een 1,5-liter turbobenzine met 48V mild-hybrid, goed voor 168 pk en 280 Nm. Soepel, efficiënt en lichtvoetig, vooral als voorwielaandrijver. 0-100 km/u in minder dan 9 seconden en een charmant karakter.
Countryman S All4: Voor wie meer pit wil zonder het uiterste: een 2,0-liter turboviercilinder met 215 pk en 360 Nm. Standaard vierwielaandrijving, een 7-traps automaat en gewoon lekker vlot, zonder overdreven sportief te zijn. Met schakelflippers en instelbaar onderstel.
John Cooper Works All4: Mini’s topmodel met de jacht op Porsche in het vizier. 296 pk, 0-100 km/u in circa 5,5 seconden en een topsnelheid van 250 km/u, met verlaagd sportonderstel en adaptieve dempers.
Countryman Electric en SE All4: Mini op stroom, maar springlevend. De Electric is voorwielaangedreven, de SE All4 heeft twee motoren en dus vierwielaandrijving, met 201 en 309 pk. De SE is zelfs sneller dan de JCW, met een sprint van 0-100 km/u in zo’n 5,5 seconden—en dat in stilte.
Een 66,5 kWh batterij (circa 64 kWh bruikbaar) zorgt voor maximaal 460 km bereik. Niet de beste in zijn klasse, maar concurrerend. 130 kW snelladen betekent 10-80 procent in ongeveer een half uur. De SE All4 is krachtig en lineair, maar het accupakket voegt zo’n 450 kg toe. Elektrische versies hebben een eigen soundscape.
Achter het stuur voelt de Countryman verrassend direct, ondanks zijn formaat, hoogte en breedte. De hoge zit geeft overzicht: je ziet motorkap, stoep en zelfs wie in de auto naast je in de neus peutert. Lage ramen en grote spiegels maken manoeuvreren makkelijk. De draaicirkel van 11,5 meter is niet de kleinste, maar U-bochten zijn goed te doen.
De besturing is licht, maar niet doods. Sportmodellen zijn wat straffer geveerd. De Countryman zweeft over kleine oneffenheden, maar met 19-inch wielen voel je slechte wegen toch in rug en stoel.
Dankzij het grote formaat en lange wielbasis is de Countryman stabiel op de snelweg: rustig, koersvast, weinig bijsturen nodig. Bij 110 km/u blijft het stil genoeg om rustig te praten; wind- en bandengeluid zijn goed gedempt.
Optioneel zijn adaptieve cruise control en rijstrookassistentie. Geen volledig autonoom rijden, maar het systeem houdt je keurig in het midden—ondenkbaar in de jaren 90.
Op bochtige wegen laat de natuurkunde zich voelen, maar de Mini houdt zich kranig. Hij stuurt gretig in, blijft netjes op koers en heeft veel grip voor zijn segment. Vol feedback krijg je niet, maar sportiever dan de meeste concurrenten is hij zeker.
Toch is het geen sportwagen, maar een gezinsauto met een flinke dosis pit.
De 7-traps automaat schakelt overwegend soepel, al is er soms wat aarzeling—je went eraan, zoals bij meer Mini-eigenaardigheden.
De Countryman van 2025 is de meest geavanceerde Mini ooit qua veiligheid en assistentie. Het is de eerste Mini met Level 2 semi-autonoom rijden en meer sensoren dan een klein vliegveld.
De auto leest verkeersborden, past snelheid aan, volgt de navigatie en remt indien nodig automatisch af. Standaard zijn automatische noodrem en botswaarschuwing, die auto’s, voetgangers en fietsers herkennen. De auto grijpt in bij slaperigheid of gevaar bij een kruispunt. Dodehoekwaarschuwing en achteruitrij-assistent zijn aanwezig.
De Countryman parkeert zichzelf, zowel parallel als haaks, met een druk op de knop. Er is een terugrij-assistent die je laatste 50 meter achteruit kan herhalen—handig in lastige opritten. Optioneel is er een 360-graden camera voor een vogelvluchtperspectief.
De carrosserie deelt zijn basis met de BMW X1, met een sterke structuur, veel airbags en zelfs voetgangersbescherming: de motorkap komt omhoog bij aanrijding. Ook is er een Drive Recorder die bij een ongeval alles vastlegt, als een ingebouwde dashcam.
Zoals gebruikelijk zijn veel van deze snufjes optioneel of alleen op hogere uitvoeringen. Adaptieve cruise, rijstrookhulp en Matrix-leds zijn geen standaarduitrusting.
De nieuwe Mini Countryman is tegelijk het meest ambitieuze en controversiële model van het merk: ruim, veilig, vol technologie en plezier, maar onmiskenbaar Mini.
Pluspunten:
✔ Zeer ruim en veelzijdig, ideaal voor gezinnen
✔ Origineel, sfeervol interieur—OLED-scherm, sfeerverlichting en gerecyclede materialen
✔ Veel keus in aandrijflijnen
✔ Strakke rijeigenschappen: precies sturen, stabiel weggedrag
✔ Geavanceerde veiligheids- en assistentiesystemen
✔ Karakter en funfactor waar concurrenten vaak tekortschieten
Minpunten:
✘ Infotainment is soms complex en diep in menu’s verstopt
✘ Strakke vering
✘ Prijs loopt snel op bij opties
✘ Niet echt ‘mini’ meer—puristen kunnen zich verraden voelen
De Countryman wil niet voor iedereen alles zijn, maar zet mensen aan het praten. Sommigen zeggen: dit is geen Mini meer. Maar misschien is dit juist de moderne Mini: groot, gedurfd en vol karakter.