Volvo stopt met productie van de V90: de stationwagen wordt geschiedenis

Volvo heeft officieel het doek laten vallen voor zijn grootste stationwagen. De assemblage van de V90 in de fabriek van Torslanda bij Göteborg is beëindigd. Het allerlaatste exemplaar gaat niet naar een dealer, maar krijgt een plek in het museum van het merk. Volgens Volvo is deze stap bewust genomen en niet het gevolg van marktdruk, al lijkt de kans op een opvolger klein.

De V90 verscheen in 2016 en bleef trouw aan het klassieke Volvo-recept: ruim, veilig en ingetogen elegant. In de vroege jaren 2020 kreeg het model een lichte facelift, maar verder bleef het karakter grotendeels ongewijzigd.

Opmerkelijk is dat de naam V90 al in de jaren negentig opdook, als laatste versie van de Volvo 960 stationwagen. Dat geeft dit afscheid extra lading. Hiermee zet Volvo een punt achter een verhaal van ruim dertig jaar, een tijd waarin de stationwagen meer was dan alleen praktisch vervoer.

Ook de Cross Country-variant maakte deel uit van het aanbod, met extra bodemvrijheid en vierwielaandrijving. De productie daarvan stopte al eerder, wat het einde van de Volvo-stationwagens al aankondigde.

Officieel wijt het merk de beslissing aan veranderende markttendensen. SUV’s als de XC60 voeren al jaren de verkooplijsten aan, waardoor traditionele stationwagens hun bestaansrecht verliezen. Voorlopig blijft alleen de S90 sedan over, vernieuwd en alleen, als laatste vertegenwoordiger van Volvo’s ooit zo trotse stationwagenerfgoed.