Tesla verlaagt de instapdrempel: betaalbare modellen maken elektrisch rijden bereikbaar

Tesla’s nieuwe Standard-uitvoeringen van de Model 3 en Model Y markeren een duidelijke koerswijziging. Beide auto’s behouden de kernwaarden van het merk—prestaties, efficiëntie en digitale intelligentie—maar zijn ontdaan van vrijwel alles wat niet direct bijdraagt aan het rijden zelf.

Vergeleken met hun voorgangers zijn de nieuwe modellen radicaal vereenvoudigd. Geventileerde voorstoelen, verwarmde achterstoelen, sfeerverlichting en het scherm voor de achterpassagiers zijn verdwenen. Autopilot is niet langer standaard en het premium leder heeft plaatsgemaakt voor slijtvast textiel. Zelfs de buitenspiegels moeten nu handmatig worden versteld. Het audiosysteem telt nog maar zeven speakers in plaats van vijftien en de lakkleuren beperken zich tot wit, zwart of grijs—waarbij ironisch genoeg zowel wit als zwart extra kosten.

De Model Y doet het zonder de kenmerkende LED-lichtbalk en het panoramadak, en staat op bescheiden 18-inch wielen met standaard schokdempers.

Onderhuids delen beide modellen een 69 kWh accupakket, goed voor zo’n 517 kilometer EPA-bereik—iets minder dan voorheen, maar ruim voldoende voor dagelijks gebruik. De sprint van 0 naar 96 km/u duurt 6,8 seconden, waarmee de prestaties op peil blijven.

De prijs is het echte nieuws: de Model 3 Standard start bij $36.990 (ongeveer €34.300), de Model Y bij $39.990 (circa €37.100). De eerste leveringen in de VS staan gepland voor november.

Het lijkt erop dat Tesla eindelijk het juiste evenwicht heeft gevonden: minder luxe, meer praktisch nut en een prijskaartje dat elektrisch rijden voor een nieuwe generatie bereikbaar maakt.