












Niki Lauda’s Ferrari gaat onder de hamer
Begin december 1973 rolde een fonkelnieuw exemplaar uit de poorten van Maranello, glanzend in Argento Metallizzato-zilver. Het betrof een Ferrari 365 GT4 2+2, scherp gelijnd, vol belofte. Binnen enkele weken lag het stuur in handen van een man wiens naam ver buiten de paddock klinkt: Niki Lauda, de Oostenrijkse coureur die later drie wereldtitels in de Formule 1 zou veroveren.
Lauda’s Ferrari was geen uitbundige racer, maar een verfijnde gran turismo, met ingetogen elegantie getekend door Leonardo Fioravanti van Pininfarina. Onder de lange motorkap lag een 4,4-liter V12 met 340 pk, beheerst tot het gaspedaal diep werd ingetrapt en de kracht van Maranello’s embleem zich openbaarde.
De auto bleef amper anderhalf jaar in Lauda’s bezit. In 1975 bracht hij hem terug naar Oostenrijk en deed hem van de hand. Door de jaren heen wisselde de Ferrari meerdere keren van eigenaar. In de jaren tachtig besloot een eigenaar dat het zilveren karakter plaats moest maken voor rosso corsa, Ferrari’s kenmerkende rood, waarmee het uiterlijk voorgoed veranderde.
Vandaag de dag staat de teller op 87.962 kilometer. De auto draagt zijn leeftijd met trots, met zichtbare gebruikssporen en patina binnen en buiten. Dit is geen auto voor wie op zoek is naar fabrieksnieuw, maar een tastbaar stuk autosportgeschiedenis dat ooit van Niki Lauda was.
In oktober gaat deze rode gran turismo onder de hamer bij RM Sotheby’s in München, met een verwachte opbrengst tussen de €180.000 en €220.000.