
Mercedes-Benz bereidt zich voor op nieuw tijdperk in Vitoria: elektrische VLE gepland voor 2026
De voorserieproductie is in feite een generale repetitie, bedoeld om de nieuwe lijnen en processen grondig te testen voordat de echte productie start. Mercedes belooft zijn kenmerkende kwaliteitsnormen, maar de grote vraag blijft: kan de VLE daadwerkelijk het comfort van een luxe sedan combineren met de praktische bruikbaarheid van een gezinsbus? De eerste proeven, waaronder windtunneltests en koudeweertests boven de poolcirkel, zijn naar verluidt probleemloos verlopen.
De belangen voor Vitoria zijn enorm. Met circa 5.000 medewerkers en goed voor ongeveer 4,2 procent van het BBP van Baskenland in 2024, krijgt de fabriek een nog strategischere rol zodra de VLE in serieproductie gaat. Naast deze nieuwkomer blijft de locatie de V-Klasse, Vito en eVito bouwen, met flexibele productielijnen die snel kunnen schakelen tussen elektrische en verbrandingsvarianten afhankelijk van de vraag.
De modernisering is ingrijpend geweest. Er is een nieuwe carrosserie- en lakstraat toegevoegd en de eindassemblage is volledig vernieuwd. Duurzaamheid staat centraal: de fabriek draait al jaren op hernieuwbare energie, wekt zelf stroom op via zonnepanelen en gebruikt zowel geothermische bronnen als gerecyclede warmte uit de lakstraat voor klimaatbeheersing in de gebouwen.
Marketingtechnisch wordt de VLE gepositioneerd als een model dat elk segment bedient, van achtpersoons gezinsvervoer tot exclusieve elektrische limousine. In de praktijk richt Mercedes zich echter op een snelgroeiende markt waar de concurrentiestrijd niet wordt beslist door luxe afwerking of modulaire branding, maar door batterijtechnologie en laadsnelheid.