






Kia K4: Voorzichtig Conservatief met een Vleugje ‘Bold’
Kia presenteert de nieuwe K4 in Europa als een samensmelting van design en technologie. Het recept is vertrouwd: licht sportieve lijnen, een praktische cabine en een elektronisch sausje dat verhult dat dit in wezen een doorsnee middenklasser is.
De K4 vormt de brug tussen het C- en D-segment en is een vijfdeurs hatchback van 4,44 meter lang en 1,85 meter breed. Kia spreekt over de “Opposites United”-designfilosofie en “moed,” maar de vernieuwing is vooral geleidelijk: lijnen geïnspireerd op de EV9, herkenbare LED-signaturen en de gebruikelijke poging tot een sportiever karakter voor een nieuwe generatie. Het echte onderscheid zit niet in de slogans, maar in de ruimte: meer beenruimte achterin (964 mm) dan de meeste concurrenten en een bagageruimte van 438 liter—eigenschappen die voor kopers waarschijnlijk zwaarder wegen dan marketingtaal.
De aandrijflijnen zijn conventionele benzinemotoren met een vleugje elektrificatie. De 1.0 T-GDi MHEV levert 115 pk, terwijl de 1.6 T-GDi tussen 150 en 180 pk biedt, allemaal gekoppeld aan een zeventraps automaat met dubbele koppeling. Een volledige hybride wordt pas eind 2026 verwacht en een volledig elektrische variant ontbreekt—duidelijk een compromis voor wie nog niet klaar is voor volledig elektrisch rijden en geen onderdeel van Kia’s echte toekomststrategie.
Binnenin draait het om digitale ruimte: twee 12,3-inch schermen naast een 5,3-inch klimaatpaneel, met steeds minder fysieke knoppen. Een op AI gebaseerde spraakassistent en digitale sleutel moeten de K4 “slim” maken, al zijn dit inmiddels standaardvoorzieningen in deze klasse. Dat geldt ook voor de 18 rijhulpsystemen, van dodehoekcamera’s en adaptieve cruisecontrol tot botsingspreventie.
De K4 is geen revolutie, maar een degelijke evolutie die het hatchbacksegment oprekt met meer ruimte en een vleugje premium. Het is een praktische, subtiel gemoderniseerde gezinsauto voor wie meer wil dan een Ceed, maar nog niet volledig elektrisch wil gaan.