Cyberaanval duwt Jaguar Land Rover diep in het rood
Jaguar Land Rover (JLR) is getroffen door wat experts bestempelen als de financieel meest verwoestende cyberaanval in de Britse auto-industrie ooit, met verliezen die worden geschat op zo’n £2 miljard (€2,3 miljard).
Het bedrijf heeft meer dan zes weken nodig gehad om de bedrijfsvoering weer op gang te krijgen nadat begin september een cyberaanval de productie volledig stillegde. De gevolgen reikten veel verder dan JLR zelf: naar schatting 5.000 toeleveranciers en onderaannemers in het Verenigd Koninkrijk werden geraakt.
Het Britse Cyber Monitoring Centre (CMC) noemde het incident "de meest economisch destructieve cybergebeurtenis" die ooit in het land is geregistreerd. De instantie waarschuwde dat de totale schade nog verder kan oplopen als de fabrieken van JLR niet snel weer volledig operationeel zijn.
Na de hack liep de fabrikant naar verluidt wekelijks zo’n £1,5 miljoen (€1,75 miljoen) aan verliezen op. In het tweede kwartaal leverde JLR iets meer dan 66.000 auto’s af aan dealers, een daling van 24,2 procent ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. De verkoop daalde in alle grote markten, waaronder het VK, de Verenigde Staten, China en het Midden-Oosten.
Om het bedrijf te stabiliseren heeft de Britse overheid een leninggarantie van £1,5 miljard (€1,75 miljard) toegezegd. Begin oktober begon JLR de productie voorzichtig weer op te starten, te beginnen met twee fabrieken in de West Midlands en de perserijen in Castle Bromwich, Halewood en Solihull. In Solihull werden de Range Rover en Range Rover Sport als eerste weer gebouwd, waarmee de grootste autofabrikant van Groot-Brittannië na zijn zwaarste crisis in decennia langzaam maar vastberaden terugkeert.