AvtoVAZ snijdt verder: minder werk, minder loon, minder hoop
AvtoVAZ schroeft zijn ambities opnieuw terug. Vanaf 2026 draait de fabriek nog maar één ploegendienst, een logische stap voor een bedrijf dat auto’s bouwt waar nauwelijks nog vraag naar is. De verkopen kelderen, werknemers vertrekken en het management houdt zich, zoals altijd, stil terwijl het volhoudt dat alles onder controle is en altijd zo bedoeld was.
Het regime van één ploegendienst blijft zeker tot halverwege 2026 van kracht. Tenzij de vraag naar Lada op miraculeuze wijze uit de dood herrijst, zal deze situatie waarschijnlijk nog veel langer duren. Zonder wonderen wordt dit het nieuwe normaal.
De productie wordt minstens gehalveerd en de lonen dalen navenant. Momenteel kunnen werknemers hun maandinkomen nog oprekken tot zo’n 70.000 roebel, ongeveer 770 euro, maar alleen door extra werk te doen. Die mogelijkheid verdwijnt in december. In januari zakt het gemiddelde salaris mogelijk naar 40.000 roebel, zo’n 440 euro.
Werknemers geven openlijk toe dat het management niet van plan is de lonen te verhogen of het verlies op enige manier te compenseren. Het personeelsverloop zal dus doorgaan, want hoop is geen HR-strategie, zelfs niet in Togliatti. Vertrekken is bovendien zo lastig mogelijk gemaakt: ontslagbrieven worden slechts één dag per week geaccepteerd en wie wil vertrekken, moet eerst op gesprek bij een speciale commissie.
Naast de enkele ploegendienst voert AvtoVAZ ook een vierdaagse werkweek in. De officiële uitleg is summier: deze regeling geldt tot december. Welke december dat precies is, laat het bedrijf in het midden. De huidige, een toekomstige, of misschien een parallel universum waarin de Lada Niva Sport – nu goed voor vijftig stuks per maand – de populairste auto ter wereld is.
Het bekende verhaal dus: minder auto’s, minder mensen, minder loon en een management dat gelooft dat de werkelijkheid zich vanzelf aanpast aan hun verhaal.