
Terwijl de rest van Volkswagen treurt, plopt de woeste stier de prosecco.
Terwijl de rouwklokken luiden in het hoofdkwartier van de Volkswagen Groep, brult ergens in Sant'Agata Bolognese een V12 triomfantelijk door het Italiaanse platteland. Lamborghini — de vurige god van donder en rook, een merk dat zich nooit heeft ingelaten met terughoudendheid of brandstofefficiëntie — heeft niet alleen overleefd. Het heeft gebloeid. Opgebloeid. Geëxplodeerd in volle, opera-achtige pracht.
Ooit balancerend van de ene financiële ramp naar de volgende als een dronken matador, heeft Lamborghini eindelijk zijn ritme én zijn klanten gevonden. In 2023 verkocht het 10.687 auto's, een stijging van 5,7% ten opzichte van het jaar ervoor. De omzet bereikte €3,09 miljard en de winst schoot omhoog naar €835 miljoen. Dit is niet langer een niche speelgoedmerk voor playboys met dubieuze smaak — dit is een volwaardige industriële grootmacht, gehuld in koolstofvezel en brullend op 8.000 toeren per minuut.
Hoe is dit gebeurd?
Lamborghini weigerde mee te doen aan de hype van paniekerig "laten we onmiddellijk alles elektrificeren".
Terwijl de rest van de industrie over hun laadkabels struikelde, was Lamborghini bezig met het bouwen van de Urus — en verkocht er 5.662 van, alsof het warme ciabatta's waren op een Napolitaanse straatmarkt. De Huracán, die laatste glorieuze uiting van sfeer waar natuurkracht regeert voordat de hybride duisternis toeslaat, ging 3.609 keer over de toonbank. Zelfs de gloednieuwe Revuelto — een auto die klinkt als een flamencodanser en eruitziet als een alien met een vete tegen McLaren — vond 1.406 nieuwe eigenaren. En iemand ontdekte zelfs tien Aventadors achterin een magazijn. Tien! Alsof je tien onaangeraakte flessen Bordeaux uit 1961 onder je vloerplanken tegenkomt.
En de toekomst? Die is oogverblindend helder.
De Temerario komt eraan — een nieuwe supercar met V8-kracht, met een naam die klinkt als een Spaanse operaslechterik. Terwijl andere autofabrikanten zichzelf haast overtreffen in hun roep om "EV!" zo luid en vaak mogelijk te verkondigen, neemt Lamborghini de tijd. Ze denken na, kijken rond, en — heel belangrijk — ze leren.
Neem bijvoorbeeld Porsche. Ja, ze verdienen nog steeds meer geld in het algemeen, maar vorig jaar daalden hun verkoopaantallen, smolten de winsten weg als een bolletje vanille-ijs in de Sahara, en hun vooruitzichten voor 2025 zijn even sprankelend als een oude diesel die roet uitbraakt in de achtertuin van Greta Thunberg.
Lamborghini springt niet met enthousiasme en loze beloften op de groene kar. Ze zullen uiteindelijk wel meedoen – maar dan in een maatpak, met een whiskyglas in de hand en een brullende V8 in hun rug als een trouwe draak.