
Voeten op het Dashboard: Vakantiehouding of Ritje naar de Eerste Hulp?
Zomerse dagen brengen niet alleen zonovergoten wegen, maar ook zorgwekkende taferelen in het verkeer: passagiers die lekker onderuitgezakt met hun voeten op het dashboard zitten. Wat een onschuldige gewoonte lijkt, kan in een oogwenk uitlopen op een ramp, want een airbag vraagt nooit of je er klaar voor bent.
In de zomer zie je regelmatig passagiers die hun benen richting voorruit of zelfs uit het raam strekken, genietend van de warmte en de rit. Maar auto’s zijn qua veiligheidssystemen ontworpen om je alleen te beschermen als je juist zit: rug tegen de leuning, voeten op de vloer en de gordel vast.
Een airbag is meedogenloos. Bij een botsing klapt hij in ongeveer 0,05 seconde uit en schiet met ruim 300 kilometer per uur naar voren. Heb je op dat moment je benen op het dashboard, dan levert dat niet alleen gebroken botten op, maar ook dusdanig ernstige breuken dat botfragmenten soms tot aan het neusbot kunnen doordringen. Dit kan zelfs gebeuren bij ongevallen waarbij andere inzittenden ongedeerd blijven.
Wat nog verrassender is: een airbag kan al bij snelheden van slechts 15 tot 25 kilometer per uur afgaan. Afhankelijk van het merk kan de activatiesnelheid ook afhangen van het dragen van een gordel. Een bestuurdersairbag bevat meestal 60 tot 80 liter, maar die van de passagier kan zomaar 130 tot 160 liter groot zijn. Door de grotere afstand tot het dashboard is er meer volume nodig om goed te beschermen.
Ongevallen komen altijd onverwacht. Daarom is het slimmer om je voeten op de vloer te houden en te zitten zoals de fabrikant het heeft bedoeld. Alleen dan biedt de auto maximale bescherming als het onverwachte gebeurt.