Toyota schiet te hulp? Nissan zoekt onverwachte reddingsboei

Als de auto-industrie een televisiedrama was, zouden de laatste afleveringen zich afspelen als een zenuwslopende soap in de wolkenkrabbers van Tokio. Nissan, ooit het toonbeeld van innovatie maar nu balancerend op de rand van irrelevantie, probeerde nog tevergeefs aan te pappen met Honda in een ultieme poging tot redding. Maar zoals bij elke goede cliffhanger kwam het nooit tot een verbintenis. Net toen de rust leek terug te keren, verscheen Toyota ten tonele—als een rijke oom uit het buitenland, aktetas in de hand en reddingsplan op zak.

Althans, dat suggereren verschillende Japanse media. Volgens berichten heeft een hoge Toyota-bestuurder in februari stilletjes contact gezocht met Nissan en een vaag maar verleidelijk hulpaanbod gedaan. Wat er precies op tafel ligt blijft gehuld in corporate mist: financiële steun, technologische samenwerking, of simpelweg een gebaar van solidariteit? Geen van beide bedrijven wil iets bevestigen.

Maar vergis je niet: dit is geen liefdadigheid. Analisten wijzen er snel op dat Toyota nooit een kans laat liggen als een concurrent gewond is. De geschiedenis bevestigt het: eerst werd Daihatsu langzaam ingelijfd; daarna volgden belangen in Subaru (20%), Suzuki en Mazda (beide 5%). Toyota verzamelt geen autobedrijven—ze stapelen invloed.

En Nissan? Die kan zich geen trots of kieskeurigheid veroorloven. Onder leiding van de nieuwe CEO Ivan Espinosa staat het bedrijf voor een ingrijpende reorganisatie. Het plan: 20.000 banen schrappen, zeven fabrieken sluiten en het wirwar aan platforms en onderdelen opschonen. Wat overblijft, wordt óf een slanker, krachtiger Nissan—óf slechts een hoofdstuk in een case study over de val van reuzen.

Eén ding is zeker: of Toyota nu de redder of de stille strateeg speelt, de machtsverhoudingen binnen de Japanse auto-industrie zijn aan het verschuiven.