Maserati zoekt balans tussen verleden en toekomst in Monterey

Tijdens de prestigieuze Monterey Car Week wilde Maserati bewijzen dat het merk zowel vooruitstrevende supercars kan bouwen als het erfgoed van klassieke luxe kan bewaken. De schijnwerpers waren gericht op de nieuwe MCPURA, in wezen een doorontwikkeling van de MC20 met lichtere materialen, een verfijnder interieur en dezelfde 621 pk sterke Nettuno V6 die liefhebbers al kennen. Geen revolutie, maar een visuele opfrisbeurt. De auto debuteerde eerst op The Quail en verscheen daarna op het perfect onderhouden gras van Pebble Beach, gespoten in de kleur 'Ai Aqua Rainbow'—een naam die vooral emoties moet oproepen in plaats van technische inhoud te communiceren.

Naast de MCPURA toonde Maserati zijn sportieve modellen: de GT2 Stradale, GranTurismo Trofeo en Grecale Trofeo, allemaal aangedreven door diezelfde Nettuno-motor, inmiddels het kloppend hart van het merk. Hoewel de nieuwe modellen voor het nodige marketingvuurwerk zorgden, ging de echte aandacht van verzamelaars uit naar het verleden. Een 200SI Fantuzzi racer uit 1956 en een A6G 2000 Allemano Coupé oogstten lof bij de jury en bezorgden Maserati een prestige dat geen conceptcar kan evenaren.

Het meest tastbare resultaat kwam echter op de veiling: een MC12 Stradale uit 2005 bracht 5,2 miljoen dollar op, waarmee het de duurste moderne Maserati ooit werd. De exclusiviteit—slechts 50 exemplaren gebouwd, met een Ferrari-afgeleide V12—sluit naadloos aan bij de wensen van het Monterey-publiek.

Hoewel de MCPURA pronkt met slogans als 'kracht, elegantie, emotie', maakte de week één ding duidelijk: Maserati’s reputatie leunt minder op licht aangepaste MC20’s en des te meer op de overwinningen en zeldzaamheden uit het verleden.