Lotus op het Randje: Massaontslag Markeert Keerpunt voor Brits Icoon

Lotus staat aan de vooravond van een pijnlijke ingreep. De aanhoudend krappe marktomstandigheden, verergerd door de onzekerheid rond Donald Trumps tariefbeleid, dwingen de Britse sportwagenbouwer tot een drastisch besluit: 550 medewerkers in het Verenigd Koninkrijk verliezen hun baan. Met iets meer dan 1.300 werknemers betekent dit dat ruim 42 procent van het personeel binnenkort vertrekt.

Sinds de overname door het Chinese autoconcern Geely presenteert Lotus deze stap als onderdeel van een bredere herstructurering, die het bedrijf nadrukkelijk "essentieel voor het voortbestaan" noemt. Middelen en personeel worden herverdeeld in het teken van efficiëntie, al benadrukt Lotus dat het trouw blijft aan zijn Britse wortels.

De fabriek in Norfolk, al decennialang het kloppend hart van Lotus, sluit voorlopig niet volledig de deuren. Er wordt zelfs gesproken over een nieuwe invulling, waarbij de fabriek mogelijk voertuigen van andere merken gaat assembleren. Het doet denken aan een huwelijk waarin de passie is verdwenen, maar de partners uit noodzaak bij elkaar blijven.

Het feit dat er sinds half mei geen enkele sportwagen van de band is gerold in Norfolk, spreekt boekdelen. De oorzaak ligt bij verstoorde logistiek en zware Amerikaanse importheffingen, die zelfs in de zomer niet konden worden opgevangen. De productie staat gepland om begin september te hervatten, maar onzekerheid blijft de planning beheersen.

Toch gloort er enige hoop. Een recent handelsakkoord tussen het VK en de VS maakt het mogelijk dat Britse auto-exporten tot 100.000 stuks per jaar profiteren van een verlaagd tarief van 10 procent. Aangezien de totale Britse auto-export in 2024 rond dat aantal schommelde, krijgt Lotus mogelijk wat lucht. Maar zoals zo vaak in de auto-industrie, gaat hoop steevast gepaard met nervositeit.