auto.pub logo
3D TV

3D-tv’s: De Toekomst die Stof Ging Vergaren

Author: auto.pub | Published on: 13.05.2025

Toen 3D-technologie jaren geleden eindelijk in onze woonkamers landde, leek het alsof we de toekomst in werden geslingerd met een straaljager van pure sciencefiction. Dit was niet zomaar het volgende snufje, zoals een slimme afstandsbediening of een scherm dat zich dubbelvouwt als een yogaleraar na drie blikjes energiedrank. Nee, er werd iets beloofd—een plechtige belofte dat je niet langer alleen maar naar films zou kijken, maar er daadwerkelijk in zou leven. Je zou door Avatar vliegen, in Titanic verdrinken en met elke explosie van Michael Bay mee de lucht in gaan. Het enige wat je nodig had, was een tv die duurder was dan je keuken en een zonnebril waarmee je zo kon figureren in een B-film over ruimtepiraten.

En toen—poef. Net zo snel als ze verschenen, verdwenen die wonderdozen weer uit de winkels. Alsof ze door aliens uit Area 51 waren teruggeroepen.

Het begon natuurlijk allemaal in de bioscoop. In de jaren vijftig, toen de wereld nog zwart-wit was en sigarettenreclames de norm, kregen bioscoopbezoekers die beruchte rood-blauwe papieren brilletjes aangereikt. Iedereen vond het geweldig. Heel even. Maar de beeldkwaliteit was zo bedroevend, dat zelfs honden weigerden ze op te zetten.

Toen kwam Avatar. De kassa’s stroomden sneller vol dan het ego van Elon Musk, en ineens was het hek van de dam. Samsung, Sony, LG—allemaal gooiden ze 3D-tv’s op de markt alsof ze de verveling zelf gingen uitroeien. Had je geen 3D-set van drieduizend euro, dan hield je blijkbaar van armoede en vlakke ellende.

Behalve… niet echt. Want zodra je zo’n absurd dure technodoos je huis in sleepte en hem aanzette, kreeg je de harde waarheid in je gezicht. Je had een bril nodig. En niet zomaar een bril. Nee, deze exemplaren gaven je koppijn, vroegen om meer batterijen dan je op voorraad had, en waren altijd spoorloos als de film net begon.

En zelfs als je alles goed deed, bleek een derde van de mensen 3D überhaupt niet te kunnen zien. De biologie liet van zich horen: “Leuk geprobeerd, maar… nee.” Sommigen zagen het vaag, anderen helemaal niet. En dan kwamen de hoofdpijn, de misselijkheid en dat knagende gevoel dat je misschien toch beter een boek had kunnen pakken.

Op het moment dat je de tv, de brilletjes en een doosje ibuprofen had geregeld, realiseerde je je dat die zogenaamde "onderdompeling in een andere dimensie" eigenlijk neerkwam op drie animatiefilms, een paar matig geconverteerde actiefilms en ESPN 3D die… honkbal uitzond. Hoe groot de hype ook was, als Transformers in 3D je het gevoel geeft dat je in de apotheek zit te wachten, is er echt iets misgegaan.

En de content? Die kwam nooit. Waarom zou iemand iets speciaal voor 3D maken, als 2D prima werkt en je hoofd niet aanvoelt alsof het in de magnetron ligt? Studio’s haakten af. Tv-zenders gaven het op. Zelfs Blu-ray 3D-schijven lagen als vergeten ijsbakken te smelten naast de printer op kantoor.

En toen 3D eindelijk weer een kans leek te krijgen… was daar ineens 4K. En HDR. Plotseling liet je tv beelden zien zo scherp dat je de poriën van de nieuwslezer kon tellen. Zonder brilletjes. Zonder misselijkheid. En wat denk je? Iedereen koos daarvoor.

Fabrikanten, die net het bruto nationaal product van een klein land in 3D hadden gestoken, bleven zitten met magazijnen vol ongebruikte brillen, onverkochte tv’s en klanten die schouderophalend zeiden: “Weet je wat, laat die 2D maar gewoon.”

In 2017 was het officieel voorbij met de 3D-tv. LG, Sony, Panasonic, Philips—ze riepen allemaal: “We zijn er klaar mee.” De standaardmodellen gingen terug naar 2D. De brilletjes verdwenen. En niemand die er een traan om liet.

Alleen IMAX houdt nog vast aan 3D, als een nostalgische opa, vooral omdat niemand wil toegeven dat ze vijftien euro hebben betaald om zich twee uur licht beroerd te voelen.